CD&V PROVINCIE ANTWERPEN 2018-2024

1. CD&V ZEGT VOLUIT "JA" TEGEN DE PROVINCIE

Als enige partij pleit CD&V voor het behoud van een sterke provincie als een volwaardig bestuursniveau, aangepast aan de structuren en de uitdagingen van de huidige samenleving.

Besturen zo dicht mogelijk bij de mensen is immers het uitgangspunt van CD&V. Om echt werk te kunnen maken van decentralisatie en subsidiariteit, is er nood aan ondersteuning van lokale besturen en een gestructureerde vorm van samenwerking van steden en gemeenten. Naast vrijwillige fusies en de huidige vormen van intergemeentelijke samenwerking, blijft een bredere samenwerking nodig, waarin de provincie een actieve rol kan opnemen ter versterking van de regionale en lokale bestuurskracht.

De provincie is hierbij de beste garantie op een democratisch verkozen én gecontroleerd intermediair bestuursniveau, met respect voor de autonomie van de lokale besturen. De bundeling van de inzet en expertise van haar bestuurders en medewerkers verzekert een flinke bestuurskracht en een kostenefficiënte werking.

Deze provincie manifesteert zich aanvullend en ondersteunend aan andere bestuursniveaus, resultaatsgericht en dicht bij haar inwoners, wat het best lukt door regionale accenten te leggen in samenwerkingsverbanden op maat, die beleidsdomeinen en bestuursniveaus overschrijden. Voor al haar bevoegdheden weet ze als een ware streekmotor snel en efficiënt in te spelen op regionale uitdagingen, kansen te benutten, mensen en organisaties bij elkaar te brengen en nieuwe dynamieken op gang te brengen.

De provincie stapt af van het statische bestuur. De samenleving verandert en de provincie evolueert mee. Vaste structuren en hiërarchische relaties maken steeds meer plaats voor wisselende netwerken.

De provincie biedt één structuur, met een democratische legitimiteit, die op een flexibele manier en met de nodige bestuurskracht een duidelijke meerwaarde kan bieden aan al deze netwerken en de rol van een gebiedsgerichte regisseur flexibel kan invullen. De provincie is veraf en dichtbij : ze kan voldoende afstand nemen, maar heeft toch nog een goed zicht op het lokale. Op die manier kan ze voor elk bovenlokaal project of vraagstuk de juiste puzzelstukken samenleggen en een beleid voeren dat duidelijk regionaal gericht is en niet zuiver lokaal.

 De provinciale rol als regisseur van regionaal beleid berust op drie pijlers:

  • ·         het ondersteunen van samenwerkingsverbanden van lokale besturen die van onderuit ontstaan,
  • ·         het opstarten van eigen initiatieven op basis van specifieke regionale noden en/of bovenlokale taken,
  • ·         het realiseren van verticale en horizontale afstemming en verbinding tussen verschillende beleidsniveaus, maatschappelijke  actoren en belangen.

Het nieuwe besturen vergt maatwerk, vertrekkende vanuit een objectieve en neutrale helikoptervisie. Samenwerking is daarbij essentieel, niet alleen met andere besturen en administraties, maar óók met de burgers en hun vertegenwoordigingen, in een optimaal proces van participatie en co-creatie. Een gestructureerd overleg met alle actoren, inclusief het brede middenveld, is daarom erg belangrijk. Alleen zo kan de provincie haar verbindende rol ten volle waarmaken.

Elke burger verdient de aandacht van de provincie. Op alle beleidsdomeinen wordt erover gewaakt dat niemand wordt uitgesloten en iedereen voldoende kansen krijgt.

 

 

2. ANTWERPEN: EEN PROVINCIE MET STREKEN

De facto voert de provincie Antwerpen vandaag reeds zo’n gediversifieerd beleid. De stad Antwerpen wordt immers met andere noden geconfronteerd dan pakweg de Noorderkempen of Klein-Brabant; net zoals er zich andere opportuniteiten voordoen in de Zuiderkempen of de Mechelse rand. De provincie is daarom een belangrijke partner in ieder streekoverleg.

De voorbije jaren zijn reeds een aantal samenwerkingsverbanden op de rails gezet, vertrekkende vanuit een specifieke streekidentiteit (de Merode, de Zuidrand, de Groene Zes,..). Die samenwerking kan zelfs  grensoverschrijdend zijn, zowel over provincie- als landsgrenzen heen. Maar ze kan ook of een specifieke thematiek omhelzen, bijvoorbeeld:

  • ·         glastuinbouw,
  • ·         regioprojecten rond aangepast vervoer,
  • ·         toeristische regio’s die elk een andere aanpak vergen,
  • ·         LEADER-plattelandsregio’s die eigen accenten leggen,
  • ·         regionale landschappen die een divers beleid voeren,
  • ·         de Warande als regionaal cultuurhuis voor de Kempen,
  • ·         enzovoort.

 In de volgende bestuursperiode zal de provincie op alle domeinen waarvoor zij bevoegd is met een geïntegreerd beleid nog meer op zoek gaan naar antwoorden op vaak complexe en gebiedsgerichte problematieken m.b.t. natuur, milieu, landschappen, enz.

De provincie zal dat doen met een horizontale aanpak, bijvoorbeeld met de omgevingsvergunning, het waterlopenbeleid en als eigenaar van provinciale domeinen, steeds in partnership met andere overheden en allerlei andere private en publieke actoren.

De provincie Antwerpen zet zich in de markt met een eigen bovenlokaal aanbod. Ze beschikt over inhoudelijke en personele expertise, die ze ten dienste kan stellen van lokale besturen en andere derden. Gerichte data en analyses kunnen (met of zonder begeleiding) ingezet worden voor beleidsplanning en –evaluatie. Het streekbeleid van de provincie Antwerpen zal in veel gevallen vraaggestuurd zijn.

3. DRIE DUIDELIJKE AMBITIES

CD&V pleit op alle provinciale beleidsdomeinen voor een doorgedreven horizontale aanpak zonder bestuurlijke of thematische schotten, in een voortdurend proces van overleg, participatie en co-creatie.

Als voorbeeld halen we drie duidelijk omschreven ambities aan:

  • ·         Voor iedere vacature een talent, voor ieder talent een job.
  • ·         Geen enkel dorp wordt een slaapdorp.
  • ·         Iedereen verdient een groene long.

In elk van deze ambities vertaalt zich meteen een flink deel van de aanpak die CD&V voorstaat voor de komende bestuursperiode. Verderop in het programma wordt een deel daarvan nog specifieker uitgewerkt.

 

 

 

.

3.1 VOOR IEDERE VACATURE EEN TALENT, VOOR IEDER TALENT EEN JOB

In een welvarende regio krijgen ondernemingen letterlijk en figuurlijk ruimte om te groeien. De manier waarop we in de provincie Antwerpen omgaan met onze ruimtelijke planning is een evenwicht tussen wonen, leven én werken. Er is plaats voor de haven, voor grote en kleine bedrijvigheid, land- en tuinbouw, woonzones, ruimte om te ontspannen, … Al deze functies zijn bovendien zo vlot mogelijk met elkaar verbonden in een netwerk van autowegen, wandel- en fietspaden, openbaar vervoer, enzovoort.

De provincie zet grote en kleine bedrijven uit alle sectoren aan tot  innovatie, o.a. door ondernemersnetwerken op te richten of te ondersteunen en cross-sectorale samenwerking te stimuleren. Innoverende ondernemers kunnen rekenen op provinciale ondersteuning om zelf nieuwe producten, technologieën of methodieken te ontwikkelen, om innovatieve toepassingen op het grondgebied van de provincie Antwerpen te introduceren, tot en met de fase van een succesvolle vermarkting. Waar het kan, gebeurt dit door een regionale clustering van bedrijven, research- en kennisinstellingen en aanverwante actoren. Dit is mogelijk op verschillende domeinen: chemie, zorginnovatie, klimaatadaptatie (geothermie), detailhandel, land- en tuinbouw, distributie, enz.

Mooie voorbeelden die verder ontwikkeld kunnen worden, zijn:

  • ·         het wetenschapspark in Niel met Incubator Darwin, waar de provincie nauw samenwerkt met de Universiteit Antwerpen,
  • ·         de uitbouw van het Gouverneur Kinsbergencentrum in Wilrijk tot een incubatiecentrum voor innovatie in de thuis- en mantelzorg mét een testlab,
  • ·         de verankering van een cluster rond (post-)revalidatie rond het postrevalidatiecentrum van To Walk Again in Herentals,
  • ·         het geclusterde innovatielandschap rond INNOTEK, OMC en VITO in de Kempen,
  • ·         enzovoort.

Groei zorgt voor extra banen. Met een slim arbeidsmarktbeleid stemt de provincie Antwerpen vraag en aanbod beter op elkaar af. Dit doet ze door  het onderwijs bij allerlei acties te betrekken, door overleg en samenwerking tussen ondernemers en het onderwijs te faciliteren, door in te zetten op het wegwerken van knelpuntberoepen in de Talentenhuizen (voor haven, bouw, zorg, …) en door jongeren en andere werkzoekenden zo goed mogelijk te informeren over toekomstige studie- en beroepsmogelijkheden (via het nieuwe Havenbelevingscentrum op de Droogdokkensite, landbouweducatie, zorgbeurzen, initiatieven als We Are Chemistry of de TRANSIT schoolverlatersdagen, enz.).

Ondernemerschap op alle domeinen zal nog sterker en duurzamer gestimuleerd worden, onder meer door bij te dragen aan een positieve beeldvorming. Waardevolle initiatieven als de miniondernemingen, de Vliegende Startersbrigade van Voka, de Jonge Antwerpse Ondernemer van het Jaar Award of het zoeken naar de meest ondernemende jeugdbeweging, samen met UNIZO, verdienen eveneens ondersteuning. De ondernemers van morgen zitten vandaag in de schoolbanken.

 Het is een zeer belangrijke ambitie om iederéén aan het werk proberen te krijgen, ook mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. In haar sociale-economie-beleid focust de provincie Antwerpen op doorstroming van doelgroepmedewerkers naar een baan in de reguliere sector. Meer samenwerking tussen de sociale en de reguliere bedrijven en organisaties leidt tot een inclusieve economie. De provincie geeft daarbij het goede voorbeeld, zowel in haar subsidiebeleid als haar eigen dagdagelijkse werking.

De provincie Antwerpen grenst aan Nederland. Zowel voor Vlamingen als Nederlanders liggen er kansen op werk aan de andere kant van de grens. Om arbeidsmigratie te ondersteunen en te bevorderen zijn in de huidige legislatuur samen met de VDAB en de vakbonden verscheidene grensinfo-punten geïnstalleerd. Het provinciebestuur zal daarin ook in de volgende bestuursperiode investeren, om forenzen en ondernemers met raad en daad bij te staan.

 

3.2 GEEN ENKEL DORP WORDT EEN SLAAPDORP

In een provincie met een dominante hoofdstad is het belangrijk erover te waken dat mensen en middelen over het hele grondgebied efficiënt worden aangewend. Dit impliceert onder meer een goed onderbouwd en gedegen plattelandsbeleid. Voor CD&V voldoet dit aan de volgende principes:

  • ·         maatwerk leveren op regionaal niveau, als een echte ‘provincie met streken’
  • ·         ondersteunend werken aan lokale besturen,
  • ·         zoveel mogelijk van onderuit werken en luisteren naar de behoeften die leven aan de basis, zowel bij stads- als gemeentebesturen, burgers, middenveldorganisaties, ondernemers, … en samen met hen streven naar duurzame oplossingen in een proces van participatie en co-creatie,
  • ·         zorgen dat iedereen mee kan door bijzondere aandacht te hebben voor kwetsbare mensen: armeren, ouderen, wie eenzaam of minder mobiel is, enzovoort.
  • ·         waar nodig corrigerend en complementair werken op andere overheden (sinds de besparingen bij De Lijn op het platteland stimuleert de provincie bijvoorbeeld lokale besturen om samen te werken en eigen systemen voor aangepast vervoer op te starten),
  • ·         ervan bewust zijn dan ook kleine projecten waardevol zijn en dus ondersteuning verdienen.

 Om dit te realiseren beschikt de provincie Antwerpen over heel wat instrumenten: RURANT, Kempens Landschap, regionale landschappen, bosgroepen, gebiedsgerichte en planologische processen, woonbeleid, mobiliteitsstudies, specifiek beleid m.b.t. land- en tuinbouw, lokale en sociale economie, allerhande subsidiekanalen, enz.

Op initiatief van de CD&V-gedeputeerden is vanuit de Dienst Landbouw en Plattelandsbeleid een nieuw dorpenbeleid opgestart. Na de testfase, die bijna afgelopen is, zal dit geëvalueerd worden en over de hele provincie uitgerold. Hiervoor wordt een overkoepelende methodiek ontwikkeld, die toch voldoende ruimte laat voor maatwerk. Immers ieder dorp is anders.

Aanleiding voor dit nieuwe dorpenbeleid is de vaststelling dat veel lokale besturen hun kleinere deeldorpen en gehuchten in een snel tempo zien veranderen: gezinnen zijn anders samengesteld, lokale economie en publieke dienstverlening gaan erop achteruit, kwetsbare groepen worden minder mobiel en vereenzamen, een flink deel van de bevolking veroudert aan een snel tempo, enzovoort. Deze lokale besturen roepen de hulp van de provincie in. Daarbij vallen grote regionale verschillen op, bijvoorbeeld doordat er al dan niet een sterk middenveld bestaat in die regio, doordat er veel of weinig zorgaccommodatie is, enzovoort.

De provincie Antwerpen investeert in veerkrachtige dorpen. Ze staat lokale besturen bij om met hun inwoners en hun verenigingen een proces van participatie en co-creatie op te starten om bepaalde uitdagingen samen aan te pakken. Waar dat kan, worden burgers een deel van de oplossing. Als vrijwilligers kunnen zij bijvoorbeeld, ondersteund door het lokale bestuur, een naschoolse kinderopvang organiseren, een pop-up buurtwinkel uitbaten, een nieuwe ontmoetingsplaats creëren, … De mogelijkheden zijn legio.

CD&V gelooft in ‘het nieuwe besturen’: burgers moeten niet langer enkel een stem uitbrengen en de volgende zes jaar alles aan verkozen politici overlaten, maar gaan in een permanente dialoog met hun bestuurders en werken samen aan de levenskwaliteit van hun woonplaats.

Om dit te realiseren heeft de provincie Antwerpen verschillende instrumenten ontwikkeld zoals een dorpenmonitor, een zorg-in-het-dorp-analyse of een subsidiewijzer. Deze zullen actief gepromoot worden bij lokale en regionale besturen en middenveldorganisaties. Waar nodig voorziet de provincie in personele of financiële ondersteuning en/of zal ze mee op zoek gaan naar bijkomende middelen (Europese fondsen, plattelandssubsidies enz.).

 De taak van het provinciebestuur is dus niét om zelf nieuwe initiatieven te ontwikkelen in de dorpen, maar ondersteunend te werken door bijvoorbeeld geschikte subsidiekanalen te zoeken. Provinciale subsidies zijn niet structureel maar impulsen om nieuwe initiatieven te ontwikkelen, uit te testen en groeikansen te geven, om tenslotte ergens structureel ingebed te worden.

Zoals reeds werd aangegeven, legt het nieuwe dorpenbeleid verschillende accenten, afhankelijk van de lokale/regionale behoeften én opportuniteiten. Bijvoorbeeld :

  • -          initiatieven tegen vereenzaming,
  • -          projecten die ertoe bijdragen dat ouderen langer in hun eigen huis kunnen blijven wonen i.p.v. naar een woonzorgcentrum te verhuizen,
  • -          zorgzame buurten waarin mensen het voor elkaar opnemen,
  • -          maatregelen die tegemoet komen aan een wijzigend klimaat,
  • -          initiatieven die de lokale economie versterken,
  • -          nieuwe vormen van basismobiliteit,
  • -          enzovoort …

Het aanbod van de verschillende diensten die de provincie Antwerpen nu al aan de lokale besturen aanbiedt, zal nog meer gebundeld worden zodat dit  in de dorpen een multidisciplinair effect kan genereren en echt versterkend kan werken. Denk maar aan het detailhandelsbeleid, dat specifiek inzet op het versterken van de kernen en het behoud van de dorpswinkels.

Dit is trouwens geen exclusief verhaal voor het platteland. In een stedelijke omgeving of in de stadsrand kan deze dynamiek ook op gang gebracht of ondersteund worden op buurt- of wijkniveau, steeds in samenwerking met andere overheden, middenveldorganisaties of tal van andere actoren.

Bij een goed plattelandsbeleid hoort tot slot ook het verstandig omgaan met de open ruimte. Die open ruimte kent vandaag veel gebruikers: landbouwers, natuurliefhebbers, recreanten, paardenliefhebbers, … Die moeten begripvol naast elkaar, of nog beter mét elkaar kunnen leven. Daar kan de provincie een belangrijke rol bij spelen.

 

3.3 IEDEREEN VERDIENT EEN GROENE LONG

Groen en open ruimte zijn niet alleen voor het platteland belangrijke begrippen, maar ook in de steden. Ze dragen bij tot de luchtkwaliteit, maar veel meer nog tot de levenskwaliteit. Beleefbaar groen creëert plaatsen waar mensen kunnen verpozen, tot rust komen en elkaar ontmoeten.

De provincie Antwerpen beschikt zelf over nog een aantal sterke troeven, die het verdienen om verder ontwikkeld te worden, omdat iedereen daar wat aan heeft:

  • ·         de eigen provinciale groendomeinen,
  • ·         het onroerend erfgoed dat verworven en beheerd wordt door Kempens Landschap,
  • ·         de werking van de regionale landschappen,
  • ·         de manier waarop Toerisme Provincie Antwerpen de toeristische parels in de kijker zet,
  • ·         enzovoort. 

Iedereen heeft recht op een openbare plek in het groen. De provincie kan een belangrijke rol spelen door die zelf (of als partner) te ontwikkelen en/of te onderhouden. In iedere regio zijn er de komende jaren nog voldoende kansen om die rol waar te maken, bijvoorbeeld :

  • ·         in de Kempen bij de ontwikkeling van het domein van Het GielsBos tot een volwaardig parkdomein met een sportinfrastructuur die ook door derden kan gebruikt worden of door de verdere ontwikkeling van de Kolonies in de Noorderkempen en het Merodegebied in de Zuiderkempen.
  • ·         in Antwerpen Stad door de aanleg van een publieke groenzone rond het nieuwe provinciehuis, door na te gaan of we een rol kunnen spelen bij de overkapping van de Antwerpse Ring, bij de verdere ontwikkeling van de abdijsite van Hemiksem door Kempens Landschap, net als het domein van de Paters Redemptoristen of de voormalige douaneloods in Essen, het Hof ter Linden in Edegem, enz.
  • ·         in de regio Mechelen de publieke functie die Kempens Landschap beoogt te geven aan de abdijsite in Bornem, de herbestemming van het kasteeldomein Zellaer in Bonheiden, enz. 

4. PROVINCIAAL BELEID, ALTIJD DICHT BIJ DE MENSEN

1.   PROVINCIAAL BELEID, ALTIJD DICHT BIJ DE MENSEN.

Het provinciaal beleid van de nieuwe bestuursperiode legt niet alleen regionale accenten en ondersteunt lokale besturen, het stelt zich ook ten dienste van haar inwoners, van ál haar inwoners, en dat op alle domeinen waarvoor het bevoegd is. Op alle onderstaande domeinen ontwikkelt de provincie Antwerpen de komende jaren een beleid dat dicht bij de burgers staat. Dat doet ze op een cross-sectorale manier. 

4.1 MOBILITEIT

De provincie Antwerpen zet sterk in op een integraal fietsbeleid.

  • ·         Ze breidt haar netwerk van fietsostrades verder uit en investeert in het conflictvrij maken van de bestaande routes, o.a. door die te verbreden.
  • ·         Ze investeert samen met de lokale besturen in het behoud en de uitbreiding van de fietspunten, met een uitgebreide dienstverlening waarmee niet alleen fietsers en pendelaars maar ook heel wat doelgroepmedewerkers uit de sociale economie gebaat zijn.
  • ·         Ze helpt de bovenlokale fietsinfrastructuur verder uitbouwen door advies en financiële middelen te verstrekken.

Onder andere met de fietsostrades, maar ook op andere manieren, stimuleert de provincie een duurzaam woon-werk- en woon-school-verkeer. Zelf geeft zij in haar mobiliteitsmanagement en voor dienstverplaatsingen het goede voorbeeld.

De provincie Antwerpen ontwikkelt gebiedsgerichte mobiliteitsvisies en ontplooit een geïntegreerd mobiliteitsbeleid. De voorbije jaren heeft de provincie in nauwe samenwerking met de lokale besturen een onderbouwde visie ontwikkeld op de mobiliteit in de Noorderkempen en in de Midden-Kempen. Deze moeten nu naar de praktijk vertaald worden. Hetzelfde proces zal doorgetrokken worden naar andere regio’s, zoals de Zuiderkempen en de verbindingen ten noorden van de stad Antwerpen naar de haven en naar de ziekenhuizen. Dit kan door bovenlokale samenwerkingsverbanden te stimuleren en de provincie tot een neutrale regisseur van de vervoersregio’s te maken.

Iedereen heeft recht op mobiliteit; dat geldt ook voor wie dat niet evident is. Daarom investeert de provincie, onder meer via de mobiliteitscentrale aangepast vervoer (MAV) en de diensten aangepast vervoer (DAV), in aangepast vervoer. CD&V stelt vast dat de vraag vandaag groter is dan het aanbod. Het is dan ook een uitgesproken ambitie voor de komende bestuursperiode om het aanbod af te stemmen op de reële behoefte en het gebiedsdekkende voornemen effectief waar te maken. Als coördinerende en initiatiefnemende partner stimuleert de provincie de stads- en gemeente-besturen op haar grondgebied bovendien om bovenlokale samenwerkingsverbanden aan te gaan om hun inwoners vervoer op maat aan te bieden.

De provincie Antwerpen biedt aan lokale besturen en andere derden expertise aan op het vlak van trage mobiliteit en stemt het buurtwegennetwerk af op de realiteit van de Atlas der Buurtwegen.

De provincie Antwerpen blijft inzetten op gerichte verkeerseducatie voor diverse doelgroepen, onder meer voor scholen.

4.2 RUIMTELIJKE ORDENING EN OMGEVINGSVERGUNNING

De omgevingsvergunning is voor de provincie een uitgelezen kans om bewijs te leveren van een goed onderbouwd, gedragen en toekomstgericht beleid. Ze beschikt hiervoor over de juiste expertise, ze maakt (o.a. via hoorzittingen) advisering en participatie mogelijk en houdt rekening met diverse belangen als economie, tewerkstelling, gezondheid, milieu en klimaat. Op basis van al deze elementen maakt de deputatie de juiste afweging.

De handhaving moet blijk geven van de geloofwaardigheid van het beleid, en mag nooit een uiting zijn van machtsmisbruik of repressie.

CD&V pleit ervoor om ruimtelijke planningsprocessen (maar ook verkavelingsaanvragen, omgevingsvergunningen, enz.) voortaan te toetsen aan het begrip leefkwaliteit en zo een sociale component toe te voegen. Dit is een taak voor een nieuwe type medewerker: een sociale planner.

CD&V bepleit de oprichting van een bovenlokale kwaliteitskamer met een adviserende functie in belangrijke dossiers. Verder doet deze aan  kwaliteitsbewaking, fungeert ze als expertisecentrum en heeft ze een loketfunctie voor de inwoners van de provincie Antwerpen.

 

4.3 LANDBOUW

Land- en tuinbouw bekleden een bijzondere plaats in de provincie Antwerpen als  een belangrijke economische sector binnen de open ruimte. 

De provincie Antwerpen ondersteunt het model van de familiale landbouw: bedrijven in handen van gezinnen die over hun eigen werkkapitaal beschikken en zelf keuzes maken en beslissingen nemen over wat er op hun bedrijf gebeurt. De provincie erkent en waardeert de inspanningen die de hele sector levert en beperkt zich daarom niet tot een bepaalde soort of een bepaald type van land- en tuinbouw.

Bij het verlenen van vergunningen en bij haar ruimtelijke planning geeft de provincie Antwerpen rechtszekerheid aan land- en tuinbouwbedrijven. De provincie neemt politieke beslissingen die gestoeld zijn op feiten en wetenschappelijke kennis, niet op emotionele argumenten.

De vermindering van het aantal landbouwbedrijven (met nog slechts enkele bedrijven per gemeente, zelfs in plattelandsregio’s) heeft van de provinciale overheid een eerstelijnsoverheid gemaakt voor land- en tuinbouwbedrijven. Daarom bouwt de provincie voor deze sector een degelijke dienstverlening uit met een professionele helpdesk.

Ook in een afgeslankte provincie blijven een volwaardige gedeputeerde voor Land- en Tuinbouw, een representatieve provinciale landbouwkamer en een sterke provinciale dienst voor land- en tuinbouw noodzakelijk.

In de nieuwe bestuursperiode blijft de provincie Antwerpen investeren in praktijkgericht land- en tuinbouwonderzoek en werkt ze aan de verbetering van het provinciaal land- en tuinbouwonderwijs.

Een groot deel van de open ruimte wordt bewerkt en beheerd door land- en tuinbouwers. Met diverse imagoversterkende initiatieven bouwt de provincie mee aan een breed maatschappelijk draagvlak voor de sector. Zo zet ze onder andere in op een korte keten voor hoeve- en streekproducten. Als overheid geeft de provincie het goede voorbeeld, door zelf zoveel mogelijk gebruik te maken van korte-keten-producten.

Daarnaast stimuleert en ondersteunt de provincie allerhande verbredings-activiteiten binnen de land- en tuinbouwsector. Het gaat dan om zowel ‘gele’ (korte keten, hoevetoerisme, zelfpluk, groene zorg,…) als ‘groene’ (agrarisch natuurbeheer, landschapsbeheer, hergebruik van afvalstoffen,…) of ‘rode’ (energieproductie, grondstof voor biobrandstoffen, biogasproductie,…) en ‘blauwe’ (beheer van overstromingsgebieden, oeverzones …) activiteiten. Het is de taak van de provincie om te zorgen voor een duidelijk vergunningenkader voor verbredingsactiviteiten op land- en tuinbouwbedrijven. Waar dat kan, vormt ze de verbinding tussen de ‘aanbieder’ en de ‘verbruiker’, bijvoorbeeld voor groene zorg.

Het provinciale land- en tuinbouwbeleid legt niet alleen linken naar verbreding, maar ook naar ruimtelijke ordening, milieu, landschap, enzovoort. Extra aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van verschillende vormen van stadslandbouw en aan het verbinden van landbouwactiviteiten uit de rand van de stad met de verstedelijkte samenleving.

De provincie Antwerpen ondersteunt landbouweducatie (o.a. via Plattelandsklassen) om jongeren en andere doelgroepen te laten kennismaken met de diversiteit en de uitdagingen van de hedendaagse land- en tuinbouw. Steeds minder mensen kennen immers de oorsprong van hun voedsel en de manier waarop het geproduceerd wordt. De provincie verbreedt het maatschappelijk draagvlak voor de sector door bij te dragen aan een correcte beeldvorming, zodat burgers hun mening kunnen vormen met kennis van zaken en realiteitszin. Zo leren consumenten de waarde van de sector beter kennen m.b.t. de kwaliteit van de producten, het beheer van de open ruimte, innovatie, ondernemerschap, tewerkstelling, exportwaarde én voedselzekerheid en voedselveiligheid. 

Extra aandacht gaat naar het correct informeren van lokale ambtenaren en mandatarissen.

De provincie Antwerpen sensibiliseert de medegebruikers van het agrarisch gebied. Immers de land- en tuinbouw heeft niet alleen een economisch belang, maar is ook drager van het landschap en beheerder van de open ruimte.

4.4 PLATTELANDSBELEID

Naast een gedeputeerde voor Land- en Tuinbouw, pleit CD&V ook voor een volwaardige gedeputeerde voor Plattelandsbeleid. Bij uitstek is dit immers een horizontaal beleidsdomein, dat een voor iedere uitdaging een geïntegreerde samenwerking vereist over de beleidsdomeinen heen. De agrarische sector is weliswaar een belangrijke drager van het platteland, toch is het slechts één van de vele aspecten die komen kijken bij een dynamisch beleid op maat van het buitengebied.

Hét sleutelwoord in het plattelandsbeleid van de provincie Antwerpen is samenwerking: tussen administraties en bestuursniveaus, met naburige gemeenten,  met burgers en middenveldorganisaties, enz. Vaak zijn projectsubsidies de hefboom om dit te realiseren. Deze zijn echter geen doel op zich. Een goed initiatief is pas geslaagd wanneer het na de project-periode zelfstandig blijft voortbestaan, ingebed in regulier beleid. Provinciale plattelandssubsidies worden bovendien aangewend om te investeren in mensen, niet in stenen. Ze worden m.a.w. niet aangewend om louter te bouwen of te renoveren, maar om mensen bij elkaar te brengen en maatschappelijke problemen op te lossen.

Een belangrijk aandachtspunt is plattelandsarmoede. Anders dan in de stad is armoede op het platteland vaak een verdoken problematiek. Het probleem is daarom niet minder ernstig. Lokale besturen worden geconfronteerd met een verouderende bevolking, mensen die ver van het centrum wonen die geïsoleerd raken door gebrek aan openbaar vervoer en andere voorzieningen in de nabijheid, enz. Vervoersarmoede wordt gezien als één van de grote uitdagingen op het platteland voor de komende bestuursperiode.

De provinciale administratie verwerkt de methodiek van het nieuwe dorpenbeleid tot een model dat ondersteunend aan de lokale besturen wordt aangeboden aan een billijke vergoeding, afhankelijk van de geboden dienstverlening. Het spreekt voor zich dat dit maatwerk is, vergelijkbaar met de werking van de detailhandelscoaches die de provincie reeds inzet.

Zie ook de uitgesproken CD&V-ambitie ‘geen enkel dorp wordt een slaapdorp’ (3.2).

 

4.5 KLIMAAT EN LEEFMILIEU

Milieu is bij uitstek een beleidsdomein waarin de provincie complementair aan Vlaanderen en ondersteunend aan de gemeenten tewerk kan gaan.

Het provinciale klimaatbeleid zet in op 3 sporen: de eigen organisatie, lokale besturen en het brede publiek.

Zo focust de provincie Antwerpen o.a. op maatregelen die de uitstoot van broeikasgassen reduceren en op de ontwikkeling van gerichte maatregelen m.b.t. milieu, natuur, waterbeleid, mobiliteit, enzovoort. In haar aankoopbeleid houdt de provincie Antwerpen rekening met de impact op het milieu, kiest ze voor eerlijke handel en korte-keten-producten én schakelt ze waar mogelijk doelgroepwerkers uit de sociale economie in. Door haar voorbeeldfunctie promoot ze dit ook bij de lokale besturen en haar inwoners.

De provincie Antwerpen maakt ook in de nieuwe bestuursperiode middelen vrij voor sensibilisering rond het klimaat. Dat doet ze onder meer via campagnes, door haar steunpunten voor duurzaam wonen en bouwen, collectieve renovatie en het uitbouwen en actief promoten van fietssnelwegen. De groepsaankopen van groene stroom en zonnepanelen worden geëvalueerd naar hun marktwerking. Die mag niet ontwrichtend zijn en moet voornamelijk gericht zijn op het beheersen van het prijsniveau.

De provincie Antwerpen zet prioritair in op het verhogen van het draagvlak voor natuur– en milieubeleid. Het ideale instrument daarvoor zijn de regionale landschappen en bosgroepen, die initiatieven opzetten rond landschapsontwikkeling, biodiversiteit, recreatie en erfgoed. Zij streven hierbij naar een geïntegreerd beleid. Dat gaat versnippering tegen en biedt efficiëntiewinst.

Ook natuur-en milieueducatie zijn belangrijke pijlers van het provinciaal beleid, uitgevoerd in brede samenwerking met private en publieke actoren. Hier is zeker een taak weggelegd voor het Provinciaal Instituut voor Milieueducatie (PIME). De provincie neemt een coördinerende en ondersteunende rol op zich. Waar dit gewenst en voldoende gedragen is, kan ze dit ook doen voor gemeenten en intercommunales om de doelstellingen van de burgemeesters-convenant te behalen.

Er wordt werk gemaakt van een provinciaal klimaatadaptatieplan dat onder meer inzet op hernieuwbare energie, het reduceren van broeikasgassen en het verhogen van de energie-efficiëntie. Een bijkomende uitdaging is de ontwikkeling van een objectieve tool om de voortgang in onze provincie te meten.

 De provincie Antwerpen beschermt en bevordert de biodiversiteit op haar grondgebied. Het provinciale biodiversiteitsbeleid focust onder meer op veerkrachtige ecosystemen. De provincie is eigenaar van een belangrijke oppervlakte aan domeinen en natuurterreinen. Verder is er naast de rol die Vlaanderen op zich neemt voor de instandhoudingsdoelstellingen in voornamelijk grote aaneengesloten gebieden, voor de provincie een regierol weggelegd in de andere regio’s.

Voor specifieke doelgroepen en/of initiatieven kan een toelage uit een provinciaal klimaatfonds als hefboom dienen.

In de volgende bestuursperiode voorziet de provincie Antwerpen in een loketfunctie om haar dienstverlening inzake leefmilieu op een toegankelijke en laagdrempelige manier aan te bieden. Dit omhelst onder meer:

  • ·         de ontwikkeling van een provinciaal kenniscentrum voor milieu en gezondheid,
  • ·         de optimalisatie van het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) als back-office voor lokale besturen,
  • ·         de oprichting van een Loket Onderhoud Buitengebied (LOB) dat linken legt naar sociale economie en diverse lokale en regionale actoren.

Via regionale landschappen en bosgroepen zet de provincie in op het behoud en beheer van een waardevol ecologisch netwerk. Op diverse manieren werken deze organisaties aan de versterking van de  kwaliteit van het landschap, onder meer via bovenlokale trage wegen. Ook vzw Kempens Landschap levert hieraan een waardevolle bijdrage. Bij ieder gebiedsgericht project moet een duidelijke rol weggelegd zijn voor de regionale landschappen.

 

4.6 INTEGRAAL WATERBELEID

De provincie Antwerpen voert een integraal waterbeleid, ter preventie van wateroverlast. Sinds de interne staatshervorming van 2011 is daarbij, door de overdracht van de meeste waterlopen van categorie 3 aan de provincies, een veel grotere efficiëntie mogelijk. De provincie Antwerpen doet hiervoor een beroep op aannemers, sociale tewerkstelling, eigen terreinmedewerkers, landbouwers, vrijwilligers, organisaties als Natuurpunt, enzovoort. De provincie informeert lokale ambtenaren en mandatarissen over het onderhoud van die waterlopen. Daarnaast maakt ze ook nog hemelwaterplannen, betoelaagt ze de opmaak ervan en bestrijdt ze schadelijke dieren en planten langs de waterlopen. Tegelijk werkt ze via een natuurlijk beekherstel aan een verhoging van de biodiversiteit.

 Bij het waterbeheer houdt de provincie rekening met de indirecte gevolgen voor agrarisch gebied van waterbeheer in natuurgebieden. De provincie ondersteunt de goede werking van Polders en Wateringen (waar die actief zijn) en initieert (waar die ontbreken) een overleg tussen vertegenwoordigers uit de landbouwsector en de waterbeheerders. Ze vergemakkelijkt de contacten tussen aannemers en landbouwers bij ruimingen en verplicht aannemers om duidelijke afspraken te maken en te communiceren met de land- en tuinbouwers om schade zo veel mogelijk te vermijden.

De provincie faciliteert het onderzoek naar de gevolgen van zowel periodes van hevige regenval als lange periodes van droogte en voert een actief beleid om zich daartegen te wapenen, onder meer door het ontwerpen een veilige en betrouwbare infrastructuur. Bijkomende investeringen worden onder meer verwacht voor de uitbreiding van de provinciale waterdomeinen en de herwaardering van de waterlopen.

De provincie voert een vraaggestuurd waterbeleid, onder meer voor lokale besturen en agrarische ondernemers. Ze gaat proactief in overleg met alle openruimtegebruikers, faciliteert gebiedsoverleg en is aanspreekpunt voor landbouwers. Het gevoerde waterbeleid staat in functie van de klimaat-doelstellingen, rekening houden met de operationele werking van onder meer land- en tuinbouwbedrijven.

 

4.7 ECONOMIE

Het economisch beleid van de provincie Antwerpen is gericht op de versterking van de concurrentie- en innovatiekracht. Dat geldt overigens voor alle economische sectoren, maar zeker voor de speerpuntsectoren chemie, zorg, bouw, haven, logistiek en agro-business.

De provincie creëert op haar grondgebied een gunstig ondernemersklimaat. Dat doet ze onder andere door het ontwikkelen van bedrijvencentra, bedrijventerreinen, wetenschapsparken, incubatoren, enz. De POM speelt hierbij een belangrijke rol. In de nieuwe bestuursperiode wordt bovendien gestreefd naar samenwerking met de streekintercommunales.

Omwille van haar snel vergrijzende bevolking zet de provincie Antwerpen in op zorgeconomie door ondernemers tot innovatie in deze sector te stimuleren en een specifiek arbeidsmarktbeleid te voeren.

Het succesvolle detailhandelsbeleid wordt verdergezet en krijgt een bovenlokale exponent, waardoor kennis en ervaring vlotter kunnen worden uitgewisseld. De provincie blijft ook waken over een goed evenwicht tussen baanwinkels en de lokale middenstand in de dorps- en stadscentra.

Innoveren is zorgen voor morgen. De provincie Antwerpen zet met haar subsidiebeleid aan tot innovatie en duurzaamheid in een triple-helix-samenwerking tussen ondernemers, openbare besturen en kennisinstellingen. Daarbij waakt ze erover dat een zichtbaar resultaat primeert op louter onderzoek.

De provincie Antwerpen investeert doelbewust in het benutten en efficiënter maken van duurzame energievormen als geothermie, windenergie, restwarmte of warmtenetten. Samen met lokale besturen en andere stakeholders wil ze op deze domeinen een zo groot mogelijke maatschappelijke winst creëren, waardoor ook het draagvlak bij de bevolking vergroot.

 

4.8 WONEN

Het provinciale woonbeleid is niet ééndimensionaal, maar bevindt zich op een snijvlak met onder meer ruimtelijke ordening, duurzaamheid en de leefbaarheid. Het belang van dat laatste element kan niet onderschat worden. Volgens de Vlaamse Wooncode heeft iedereen recht op menswaardig wonen en moet iedereen kunnen beschikken over ‘een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid’.

Wonen is een basisrecht. Het provinciale woonbeleid levert een actieve bijdrage aan de realisatie van dit recht op menswaardig wonen. Het is toekomstgericht en duurzaam, met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. 

CD&V stelt vier richtinggevende principes voorop voor het woonbeleid van de provincie Antwerpen:

  • ·         diversiteit: de verscheidenheid van mensen in de samenleving wordt weerspiegeld in de diversiteit aan woonvormen, bouwpraktijken en ontwikkelingen.
  • ·         collectiviteit: meer mensen delen gemeenschappelijke ruimtes, functies en technieken.
  • ·         connectiviteit: meer mensen kunnen op een gemakkelijke manier verbinding maken met andere mensen en met de samenleving.
  • ·         densiteit: meer mensen wonen op een geconcentreerde manier op een kleinere bebouwde oppervlakte, met aandacht voor de woon- en leefkwaliteit. Daarvoor worden kleinere woontypologieën ontwikkeld en wordt bestaande infrastructuur zoveel mogelijk hergebruikt.

Er is in de provincie Antwerpen nood aan een duurzaam, divers en betaalbaar woonaanbod. De provincie ontwikkelt hiertoe een bovenlokaal ondersteuningsaanbod.

Het provinciale woonbeleid bevordert de bouw of renovatie van woningen en woonomgevingen waar zuinig wordt omgesprongen met ruimte en grondstoffen, waar alle nodige voorzieningen voorhanden zijn en waar inspanningen worden geleverd om het samenleven van bewoners  te bevorderen. Op het vlak van duurzaam en innovatief bouwen en wonen heeft Kamp C in Westerlo een belangrijke opdracht, niet alleen voor het brede publiek maar ook voor ondernemers in de bouw. Kamp C focust de volgende jaren onder meer op 3D-printen en circulair bouwen.

Voor CD&V heeft de aanwezigheid van de provincie Antwerpen in de Raden van Bestuur van de sociale huisvestigingsmaatschappijen een absolute meerwaarde, omwille van haar bovenlokale visie en werking. Bovendien blijft de link met provinciaal beleid op die manier actief en nabij.

Verder is het belangrijk om het beleid open te stellen naar andere woonactoren, zoals de sociale verhuurkantoren. Hiertoe wordt een provinciaal platform opgericht met de volgende doelstellingen:

  • ·         het vergroten van het aanbod,
  • ·         het mee ontwikkelen van nieuwe aangepaste woonvormen met aandacht voor kwetsbare doelgroepen (bijv. cohousing),
  • ·         en aandacht besteden aan levenslang wonen.

De provincie Antwerpen trekt in de nieuwe bestuursperiode naar lokale besturen, burgers en diverse woonactoren met het ‘geWOONtebreker’-traject, dat zich in een proces van participatie en co-creatie buigt over de woonuitdagingen van morgen, zoals daar zijn:

  • ·         een leefbare woonomgeving met voldoende voorzieningen,
  • ·         versterking van de woonkernen,
  • ·         een nieuwe invulling voor leegstaande gebouwen,
  • ·         voldoende publieke ruimte,
  • ·         enzovoort.

 

4.9 PROVINCIAAL ONDERWIJS, FLANKEREND ONDERWIJS- EN ARBEIDSMARKTBELEID

Voor CD&V is het provinciaal onderwijs een aanvulling op de andere onderwijsnetten. De provincie Antwerpen biedt daarom pluralistisch, kwaliteitsvol, betaalbaar niche-onderwijs en vorming aan in sectoren en regio’s met een onvoldoende divers aanbod.

Dit gebeurt in goed uitgeruste scholen en opleidingscentra, ook voor tweedekansonderwijs. De provincie investeert daarom in innovatie en eigentijdse infrastructuur.

Het doel is leerlingen degelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt en/of het hoger onderwijs. Het provinciaal onderwijs sluit hierdoor nauw aan bij de CD&V-ambitie ‘voor iedere vacature een talent, voor ieder talent een job’ (3.1).

Om haar ambities waar te maken, organiseert de provincie Antwerpen een flankerend onderwijsbeleid op regionaal niveau, als onderdeel van een doordacht arbeidsmarktbeleid. De focus ligt daarbij op het wegwerken van knelpuntvacatures in de industrie, de bouw, de haven en de zorgsector, onder meer via de Talentenhuizen. Extra aandacht gaat naar jongeren en andere doelgroepen die moeilijker toegang vinden tot de arbeidsmarkt. Sterke regionale partnerschappen tussen onderwijsinstellingen en arbeidsmarktactoren zorgen bovendien voor een betere aansluiting tussen beide entiteiten.

Specifieke opdrachten voor het onderwijsveld zijn weggelegd voor het Suske en Wiske Museum in Kalmthout en het Documentatiecentrum Atlas. DocAtlas krijgt als bijkomende opdracht om werk te maken van een regionale inbedding in samenwerking met provinciaal cultuurhuis de Warande en de stedelijke bibliotheek in Turnhout en eveneens met lokale actoren in Mechelen.

CD&V pleit tot slot voor een evenwichtige verdeling tussen lesuren en BPT-uren in het provinciaal onderwijs, waardoor het personeel beter omkaderd en leerlingen beter begeleid kunnen worden. Als inrichtende macht wordt het provinciebestuur bij voorkeur nauwer betrokken bij het beleid in de provinciale scholen.

  

4.10 FINANCIËN EN FISCALITEIT

CD&V beheert de provincie als een goede huisvader en zorgt dus voor gezonde financiën.

Ondanks de vele door Vlaanderen opgelegde besparingsoperaties, is het belastingniveau de afgelopen legislatuur niet opgetrokken. Dat beleid wordt in de nieuwe bestuursperiode verdergezet. CD&V is tegen de verhoging van de provinciale belastingen.

Een voortgezette digitaliseren zorgt voor minder administratieve lasten, zowel bij de eigen diensten als de inwoners van de provincie Antwerpen.

De provincie doet zoveel mogelijk aan ethisch beleggen en gaat ook ethisch om met het vorderen van schulden.

Bij haar aankoop- en aanbestedingsbeleid houdt de provincie Antwerpen rekening met de volgende aspecten: milieu, sociale economie, eerlijke handel en korte keten.

De provincie laat ruimte om in een aantal projecten te experimenteren met crowdfunding, circulaire economie, deeleconomie, enzovoort.

 

4.11 VEILIGHEID

De provincie Antwerpen investeert in het beheer en de verdere uitbouw van Campus Vesta voor praktijkgerichte opleidingen voor politie, brandweer en ambulanciers.

Het Provinciaal Veiligheidsinstituut kan een belangrijke rol spelen ter voorkoming van woninginbraken. Dit leidt tot veiliger wonen.

De provincie zet in de nieuwe bestuursperiode nog meer in op veiligheidsacties voor fietsers; bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een gedragscode voor het gebruik van de fietsostrades, het verbreden van deze fietsostrades of het uitbreiden van de fietspunten, waar doelgroepmedewerkers uit de sociale economie een oogje in het zeil houden. Deze initiatieven bevorderen bovendien milieuvriendelijke verplaatsingen.

CD&V pleit voor de ontwikkeling van laagdrempelige en kleinschalige vormen van sociale veiligheid en buurtgerichte zorg, waarbij burgers middels kleine initiatieven waken over elkaars levenskwaliteit. De huidige buurtinformatienetwerken (BIN) staan model als een ideale schaal om dergelijke systemen uit te werken. CD&V pleit ervoor om vanuit het nieuwe dorpenbeleid toenadering te zoeken met de BIN’s om pilootprojecten op te starten, van waaruit dit verder ontwikkeld kan worden.

 

4.12 VRIJE TIJD

Het vrijetijdsaanbod van de provincie Antwerpen is duurzaam, laagdrempelig en inclusief. Het zet in op beleving en educatie.

De provincie ontwikkelt (of draagt bij tot de ontwikkeling van) meer groene publieke ruimte, zowel in de stad als op het platteland. Zie ook de uitgesproken CD&V-ambitie ‘iedereen verdient een groene long’ (3.3).

De provincie ontsluit haar waardevol patrimonium op een publieksgerichte manier en ontwikkelt in samenwerking met lokale besturen en andere stakeholders een provinciedekkend fiets- en wandelknooppuntennetwerk. Vrijwilligers kunnen daar een zeer belangrijke rol bij spelen. De provincie ziet erop toe dat hun inspanningen ook gevalideerd worden. 

 

De provincie investeert in meer vrijetijdseconomie op regionaal niveau. Dit zorgt immers voor extra tewerkstelling en brengt meer welvaart in de regio’s. Voor de provincie Antwerpen is toerisme een belangrijke troef bij streekontwikkeling. Een aandachtspunt is het inschakelen van doelgroepmedewerkers uit de sociale economie voor het uitvoeren van allerhande taken, van onderhoudswerken tot pechverhelping. Hoevetoerisme en sociaal toerisme worden gestimuleerd en gepromoot, met onder meer een betaalbaar aanbod voor specifieke doelgroepen.

Omwille van haar bovenlokale werking en uitstraling is de beste plaats voor de Warande in Turnhout onder de vleugels van de provincie Antwerpen. Deze instelling krijgt in de volgende bestuursperiode de expliciete opdracht om zich te ontpoppen tot een volwaardig regionaal cultuurhuis. De Warande realiseert dit door te blijven investeren in grote en kleine locatievoorstellingen verspreid over het hele grondgebied van de Kempen (in samenwerking met ’t Pact) en door ondersteunende dienstverlening te bieden aan lokale besturen (bijv. advies en assistentie bij grote aanbestedingsdossiers in de culturele sfeer).

Erfgoed heeft in de provincie Antwerpen een verbindende functie. Het is onder meer verweven met ruimtelijke ordening, toerisme, landbouw en milieu. Kerntaken voor de nieuwe bestuursperiode zijn:

  • ·         de monumentenwacht als dienstverlening naar lokale besturen,
  • ·         het stimuleren en opstarten van intergemeentelijke onroerende-erfgoeddiensten,
  • ·         een archeologisch depot dat inzet op educatie, advies en traject-begeleiding,
  • ·         het verwerven, beheren en openstellen van waardevol onroerend erfgoed in samenwerking met lokale besturen via Kempens Landschap.

  

4.13 EUROPA

Europa is voor de provincie Antwerpen al jarenlang een zeer belangrijke partner voor het realiseren van allerlei grote en kleine projecten, verspreid over het hele grondgebied van de provincie. De provinciale cofinanciering heeft een gigantisch multiplicatoreffect. Deze inspanningen worden dus zeker verdergezet in de nieuwe bestuursperiode.

De provincie Antwerpen zet daarbij de volgende krijtlijnen uit:

  • ·         De mogelijkheden van Europese subsidies worden beter bekend gemaakt bij lokale besturen. Zij maken daar vandaag immers nog te weinig gebruik van.
  • ·         KMO’s krijgen extra begeleiding naar de Europese subsidieprogramma’s. Dit type ondernemingen zet het meest in op innovatie maar is nauwelijks vertrouwd met de opportuniteiten van een internationale samenwerking.
  • ·         De Europese projecten waarin de provincie participeert focussen meer op ontwikkeling en vermarkting dan op research.

Als intermediair bestuursniveau en financiële partner in veel projecten moeten de provincies een beslissende stem hebben bij de besluitvorming over het inzetten van Europese middelen.

Het Europese project staat onder druk bij grote delen van de bevolking. Om het draagvlak te verhogen blijft de provincie via Europa Direct investeren in initiatieven als de Europese weken voor het lager, secundair en buitengewoon onderwijs én Pop up Europa voor het brede publiek.

 

4.14 NOORD-ZUID

Voor CD&V toont de provincie Antwerpen ook een sociaal gelaat als het om internationale samenwerking gaat. Dit profiel moet in de nieuwe bestuursperiode nog sterker versterkt worden.

De provincie Antwerpen ondersteunt duurzame programma’s in landen van ontwikkeling, waarmee het structurele samenwerkingsverbanden uitbouwt.

De provincie Antwerpen assisteert lokale besturen bij het ontwikkelen van een lokaal Noord-Zuidbeleid.